- Gegevens
Oorwormen leveren een nuttige bijdrage aan de natuurlijke bestrijding van plagen in boomgaarden. Maar in veel boomgaarden komen ze nauwelijks voor. Je kunt maatregelen nemen om de aanwezigheid van oorwormen te bevorderen, zo blijkt uit een brochure.
In de brochure 'Oorwormen in de boomgaard' is de beschikbare kennis uit verschillende onderzoeksprojecten over oorwormen in boomgaarden samengevat. Wereldwijd zijn er 1800 soorten. In Nederland komt de gewone oorworm 'Forficula auricularia' het meest voor. Daarnaast zijn er nog vier andere soorten oorwormen, maar in fruitboomgaarden vind je bijna alleen de gewone oorworm.
Alleseters
Een oorworm heeft één generatie per jaar. In het voorjaar legt een vrouwtje ongeveer 40 tot 80 eieren in een ondergronds nest. Dat nest bevindt zich in de bovenste bodemlaag. De oorworm is een van de weinige insecten die broedzorg vertoont, dat wil zeggen dat de moeder haar nageslacht beschermt en verzorgt. Na een aantal vervellingen, verplaatsen de jonge oorwormen zich in juni naar de bovengrondse vegetatie. Vanaf half september verplaatsen volwassen oorwormen zich naar de grond waar ze overwinteren. Een ooworm kan zo'n 14 - 16 maanden oud worden.
Oorwormen zijn alleseters. Ze eten schimmels, insecten zoals luizen, rupsen, mijten en plantaardig materiaal. Maar de oorworm heeft ook veel natuurlijke vijanden. Vogels als ekster, gaai, spreeuw en koolmees eten oorwormen, ook egels eten oorwormen. Verder zijn er zijn sluipwespen die op oorwormen parasiteren, en duizendpoten en loopkevers die oorwormen op het menu hebben staan. Daarnaast zijn er verschillende parasitaire nematoden, schimmels en bacteriën die oorwormen kunnen aantasten.
Natuurlijke vijand
Dat oorwormen nuttig zijn, blijkt uit diverse onderzoeken. Zo is de oorworm belangrijke natuurlijke vijand van veel boomgaardplagen, waaronder fruitmot, appelbloedluis, perenbladvlo, schildluizen, bladluizen en bladgalmuggen.
Het aantal oorwormen in boomgaarden kan sterk variëren, tussen boomgaarden, maar ook binnen percelen. Soms komen ze alleen in de randrijen voor. Ze komen dan in het perceel vanaf hagen, maar zijn kennelijk niet in staat zich binnen het perceel te vermeerderen.
Aanwezigheid bevorderen
In de brochure staan een aantal tips om de aanwezigheid van oorwormen te bevorderen. Zo is een goede ontwatering in de winter een voorwaarde voor hun aanwezigheid. Ze overwinteren immers in de grond. Maar het mag ook niet te droog zijn. En een verdichte bodemstructuur werkt ook belemmerend. De inzet van chemische bestrijdingsmiddelen kan een negatief effect hebben op oorwormen. Verder kan het zinvol zijn gemengde hagen te planten.